Juryrapport Filter Vertaalprijs 2025    

Jury Filter Vertaalprijs 2025
 

In het juryrapport van 2014 verzuchtten de juryleden van de Filter Vertaalprijs dat de lijst van vertalingen zo lang was: 52 stuks. Dit jaar moest de jury maar liefst 246 vertalingen beoordelen – gelukkig maar! Uiteraard drongen zich daarbij vergelijkingen en tendensen op. Onder de vele inzendingen telden we weinig poëzie, veel goedgeschreven non-fictie, vaak subjectief gekleurd en geëngageerd. Qua talen wordt het ieder jaar bonter; opvallend veel Scandinavische fictie, opvallend veel debuten ook van Angelsaksische origine. Buiten de prefabroman van 250 pagina’s gebeuren de interessantste dingen, meenden we te moeten denken. De blik op de originelen, die altijd sturend is en goed vertaalde, zogenaamd minder goede boeken veronachtzaamt, leidt de jury af van de centrale vraag die zij moest beantwoorden: hoe zat het met de vertalers, waren daar bijzondere stemmen bij, raakten we onder de indruk van hun kunnen, zagen we hoe ze een boek naar hun hand zetten met het oog op een nieuw, Nederlandstalig publiek? Al met al: het was een goed vertaaljaar en een hele toer, zoals de traditionele verzuchting luidt, om te komen tot vijf nominaties.

De vertaler als mens, als topletterkundige, als artiest – het voelde als een welhaast culturele verplichting, voor ons als jury, om uit te komen boven het toenemende, tergende geraas van het kunstmatige vertalen. Er wordt prachtig vertaald in ons taalgebied, er zijn tal van uiterst creatieve makers die de wereldliteratuur voor ons ontginnen. Veel van het werk dat we lazen verrukte ons, ook boeken die het uiteindelijk niet redden tot een nominatie. Bij de genomineerde vertalingen, waarvan we de kwaliteit al eerder hebben geprezen, was dat des te meer het geval – we raakten er soms opgetogen van, in het bijzonder van zinnen en fragmenten als deze:

En opeens bevond Basini zich er weer binnenin alsof er in de tussentijd niets was voorgevallen. Hij liet ook ditmaal zijn geplamuurde, beminnelijke glimlach zien, met als enige verschil dat over zijn bovenlip, mond en kin langzaam, als een rode worm, een stroompje bloed zich een weg baande.

Aldus Jan Sietsma in zijn door Koppernik uitgebrachte Törless-vertaling.

Zoals de wortel blijft en loof over het huis komt
dat tegen Sirius, de Hondsster, lommer spreidt,
zo kom jij ook nu naar de haard van ons paleis,
je komst betekent warmte in de wintertijd. 

Zo laat Patrick Lateur Klytaimnestra spreken in een mooie Athenaeum-uitgave van de Tragedies van Aischylos. En wat te denken van Goverdien Hauth-Grubben in haar Pericallosa, verschenen bij Pluim:

Op het laagpolige, rood gedessineerde Perzische tapijt van een donkere woonkamer zie en voel ik drie goudglanzende schaaltjes onder gouden wieltjes, waaruit drie altijd koele, soepel gebogen pootjes omhoog groeien die aangenaam zijn om te strelen.

Of dit:

Vavilov liet de bijl neerkomen op het terugverende hout, dat zacht en taai tegelijk was, en bij iedere slag kreunde de aarde en kreunde er iets in Vasilovs binnenste. Het scherpe bijlblad was blauwachtig in het licht van de maan en glinsterde wanneer het hoog in de lucht werd geheven, om weer te verdoffen op zijn weg terug naar beneden.

Die zin haalden we uit het bij Balans verschenen en door Annelies de hertogh en Els de Roon Hertoge, met substantiële hulp van Titia Vuyk vertaalde Stalingrad. Rest Frank Lekens, die ons in De verlossers, verschenen bij Kievenaar, trakteerde op de een na de andere fel uithalende boutade:

Maar ze zei alleen – Dat ga je toch niet ook nog weggooien?
Waarom – Waarom niet! Hij verfrommelde een bladzijde tot een prop en reikte hem aan – wat denk je dat het is, bedwelmend rijk proza? Aangrijpende inzichten? Inkijkje in de duistere driften van de mens? Lyrische godweetwat, duizelingwekkende beeldenrijkdom? In de knop gebroken genie? 

Et cetera et cetera, zouden we willen zeggen, zowel wat het laatste boek betreft als aangaande de vele andere zinnen die over ons als jury heen buitelden. Anderzijds schaadt overdaad aan literaire schoonheid niet. We konden niet ophouden de menselijke geesten en handen te prijzen die dit voor elkaar hebben gekregen. Daar kan geen AI tegenop.

Bij de genoemde vertalingen vonden wij de manier waarop de vertaalproblemen werden opgelost indrukwekkend, creatief en bijzonder. De vindingrijkheid van de vertalers was groot, onvergelijkbaar weliswaar, maar toch. We ondervonden aan den lijve de rijkdom van het idioom waarover zij beschikten. Maar gaandeweg namen de beraadslagingen steeds meer de afslag naar een andere invulling van wat in het statuut van deze prijs ‘de meest bijzondere vertaling van het jaar’ heet. Alle vertalingen waren belangrijk, vonden we, maar misschien was er een net even belangrijker. En in welk opzicht dan van belang? Van belang voor de cultuur, voor de literatuur, voor het maatschappelijke gebeuren? Hadden we dan niet kunnen kiezen voor een van de andere – vele – vertalingen die je activistisch kunt noemen en die uitgaan van manieren van denken en schrijven waar je als mens of maatschappij iets aan hebt, waar misstanden in worden aangekaart en met het scherpe woord bestreden? Er speelt zich per slot van rekening dezer dagen – naast AI – toch heel wat af wat volstrekt onduldbaar is – ondermijnend populisme, racisme, ongelijkheid, verkrachting, moord en doodslag, oorlog. Het zijn forse schaduwen die over de beoordeling van de meest bijzondere vertaling van het jaar liggen en een belangrijk criterium als dat een boek ook een grote stilistische uitdaging voor de vertaler moet zijn opzij lijken te schuiven.

Het boek van William Gaddis waar Frank Lekens zich aan waagde is zo’n stilistische uitdaging – lees maar na. Wie ooit Musil heeft gelezen of zelfs vertaald, weet met welke enorme precisie deze Oostenrijker menselijke gevoelens verkende met subtiel gekozen woorden. Dat geldt zeker ook voor Aischylos, bij wie Patrick Lateur de in de verschillende tekstlagen verborgen diepten van de menselijke geest meesterlijk heeft gepeild.Stalingrad zet na Leven en lot Vasili Grossman definitief op de kaart als een van de grootste schrijvers van de twintigste eeuw – Grossman heeft als geen ander de impact van oorlog weten te vatten. Goverdien Hauth-Grubben moet een enorme concentratie opgebracht hebben om een aangrijpend memoir te vertalen met fascinerende observaties over de mysteries van ons brein en de gaten die dag na dag in onze herinneringen worden geschoten. Geleid door het criterium dat het om een belangrijke vertaling moest gaan, een die onze cultuur verrijkt heeft en nog lang zal nazinderen en cultureel duurzaam zal blijken, kozen we – niet voor een boek dat spannend doorleest en je confronteert met de eindigheid van alle bestaan; – niet voor een oeuvre of boek dat al eerder vertaald is, hoezeer zo’n hervertaling die o zo belangrijke teksten ook opfrist; – niet voor een met veel bravoure en voorbeeldige techniek vertaalde tekst, uit de berg postmoderne klassiekers opgediept, maar:

voor een boek waarvan het bij wijze van spreken noodzakelijk is dat het werd vertaald, waarvan er niet eens een definitief origineel bestaat, zodat het nog een hele toer was om te reconstrueren hoe dat origineel eruitgezien zou kunnen hebben in weerwil van de censuur en zodat de vertaling in zekere zin uitmondde in een nieuw origineel, een boek waarvan de research zo ver ging dat het gewicht van een van de personages gecheckt werd met een BMI-calculator, waarvan de redactie en eindredactie uitbundig moeten worden geprezen en waarvan de taal van begin tot eind uit levend, hedendaags Nederlands bestaat. Wij brengen hulde aan het Vlaams-Nederlandse duo dat deze vertaling op haar beider naam heeft gezet: de Filter Vertaalprijs 2025 van € 10.000, ter beschikking gesteld door de GAU, gaat naar het bij uitgeverij Balans verschenen Stalingrad, vertaald uit het Russisch door Annelies de hertogh en Els de Roon Hertoge.

Utrecht, International Translation Day, 30 september 2025

De jury van de Filter Vertaalprijs 2025 bestond uit Hamide Dogan, Arjwan al Fayle, Rokus Hofstede, Molly van Gelder en Ton Naaijkens.