Je taal, je plek vinden    41-45

Anne weber
Vertaling: Anne Folkertsma

Er bestaat een taal die je niet vindt en die je ook niet zoekt, maar die je inademt zodra je ter wereld komt, die je drinkt en eet. Die babyvoeding neem je onwillekeurig in je op, je doet je mond open en slikt alles door zonder erbij na te denken. Wijst onze moedertaal ons een plek toe, ‘onze’ plek op de wereld misschien? Ze wijst ons inderdaad een plek in een gemeenschap toe, of althans in een groep mensen die allemaal aan dezelfde borst werden gevoed. Al protesteren we nog zo luid en willen we met al die mensen niets gemeen hebben, we zijn met hen verenigd door een band die sterker is dan die van het bloed. Dezelfde taal spreken betekent dezelfde wereld bewonen, in hetzelfde territorium gevangen zijn, want als je de talen over elkaar heen legt, overlappen ze elkaar maar hier en daar. Wie zijn eigen, zijn moedertaal spreekt, heeft niet alleen andere woorden dan een vreemdeling om dezelfde dingen te benoemen, hij heeft ook andere dingen om te benoemen. De plek die de moedertaal ons toewijst, is vrij precies afgebakend. Doordat we die in ons opnemen, sluiten we ons erin op; van nu af aan zullen we de wereld vanuit die taal waarnemen, ze wordt een vast bestanddeel van onszelf, zal uitgroeien tot een tweede huid. Probeer maar eens van je moedertaal af te komen! Je kunt evengoed proberen je eigen been eraf te rukken.

Lees verder in de papieren Filter