Verliefd op Tamakazura    77-84

Jos Vos

Het verhaal van Genji is een van ’s werelds meesterlijkste romans. Het is bijna zo lang als Oorlog en vrede, maar het werd duizend jaar geleden geschreven door een hooggeplaatste hofdame met een voorkeur voor lange, Proustachtige zinnen. Als vertaler heb je enige tijd nodig om aan haar stijl te wennen, en de situaties die ze beschrijft maken het er niet makkelijker op.

Soms – vooral in het eerste kwart van het boek – heb je de indruk dat de vertelster halfverliefd is op haar hoofdpersoon, de keizerszoon Genji. (Een prins is Genji niet, de prinselijke titel wordt hem nooit toegekend, al zal hij uiteindelijk de machtigste man worden in het rijk.) Genji is beeldschoon, hij draagt oogverblindende kleren en lijkt licht uit te stralen, hij ruikt vreselijk lekker en is onovertroffen in het dichten, het schilderen en het musiceren. In het zevende hoofdstuk wordt beschreven hoe hij onder Japanse esdoorns – met kleine, stervormige blaadjes – een dans uitvoert:

Onbeschrijflijk fluitspel uit een kring van wel veertig muzikanten versmolt onder de hoge esdoorns met het zuchten van de wind dat als een bergstorm over allen neerdaalde. Bij de opvoering van ‘De blauwe zeegolven’ kwam Genji tussen dwarrelende veelkleurige blaadjes naar voren; het was adembenemend.

Lees verder in de papieren Filter