De gevoelige vertaler    6-10

David Colmer

Zoals een hond die droomt van de jacht, span ik soms mijn spieren aan bij het vertalen. Ik maak een vuist, klaar om toe te slaan. Ik slik tranen weg of lach hardop. Ik voel een angstige leegte of een erotische duizeling. Dit zijn in eerste instantie reacties van een betrokken lezer, van de verhevigde lezer die je als vertaler moet zijn, een lezer die dieper en veel langzamer leest, maar het gaat verder, want als vertaler moet je de tekst reproduceren in je eigen taal en mij overkomt het dan vaak dat de emoties die ik bij het lezen voel, terugkomen bij het vertalen, en als het goed is, nog eens bij het herlezen en redigeren, totdat de tekst in mijn taal net zo’n zeggingskracht heeft als het origineel.

Helpen de emoties hierbij, of zijn ze meer een kleine luxe onderweg, een afleiding om de werkdag te onderbreken, zoals even naar beneden wippen om thee te zetten of heel kort naar het cricket kijken? Was er niet een schrijver die zei dat je emoties moet oproepen maar nooit voelen bij het schrijven, nooit moet schrijven met tranen in je ogen? En ja, vertalen is niet precies hetzelfde als schrijven, maar op technisch vlak vaak wel. Er zijn vertalers, in het bijzonder poëzievertalers, die zeggen vooral van het vak te genieten als een soort puzzelen, een poging om een oplossing te vinden voor een reeks problemen in de vorm van kenmerken die overgezet moeten worden. Deze vertalers houden vermoedelijk het hoofd koel, maar juist daar valt te vrezen voor het gevaar van steriliteit, voor een vertaling die niet tot leven komt. Natuurlijk komt er een puzzelelement kijken bij het vertalen, maar als dat al te dominant wordt, krijg je een soort afvinkvertalingen, die zich toespitsen op het reproduceren van bepaalde objectieve elementen zoals betekenis, metrum, woordspelingen, rijm en het aantal lettergrepen. In het ergste geval kunnen deze vertalingen de goedkeuring wegdragen van de tweetalige die ze vergelijkt met het origineel, zonder één enkele eentalige liefhebber van poëzie in de doeltaal ooit te overtuigen. Misschien kan de wazige blik van de geëmotioneerde vertaler hier als correctief werken, al ziet de vertaler de objectieve kenmerkendan tijdelijk minder scherp. De vraag is wat voor effect emotie bij het vertalen heeft. Als ik op visite ga bij teksten waarbijik onder het vertalen een sterk gevoel had, zie ik dan nog steeds de grond daarvoor in het origineel en vind ik er iets vanterug in de vertaling? En als tweede vraag, als ik iets vind, is het iets waar ik blij mee moet zijn? Zie ik een wending of versnelling die de Engelse versie tot leven brengt, of alleen de schade waar ik even uit de bocht vloog? 

Een emotionele reactie op een literaire tekst laat een bepaalde vatbaarheid zien die niet altijd tekstgebonden is. Soms is die ingegeven door kennis buiten de tekst, soms door de eigen biografie. Ligt de emotie in de woorden of wordt die er bovenop gelegd door de lezer? Gaat het om een enkele scène of enkel beeld, of komt het tot een emotionele ontlading dankzij een langzame opbouw door het hele boek? Om een voorbeeld te jatten uit de filmgeschiedenis: Rosebud is misschien heel emotioneel, maar er valt voor een vertaler weinig eer aan te behalen. Om te zien of emotie mogelijk doorgewerkt heeft in mijn vertalingen wil ik me dus concentreren op de korte baan, met een drietal voorbeelden van emoties bij het vertalen van poëzie.

Moederschap en kinderen zijn voor Anna Enquist vanaf het begin van haar dichterschap belangrijke thema’s, en na de tragische dood van haar dochter is dit gebied in haar poëzie lang beheerst door verlies en verdriet. In 2003 had ik als een van mijn eerste boekvertalingen haar thematische bundel Hier was vuur (‘Gedichten over moeders en kinderen’) vertaald, en dit werk kan ook als een monument voor een gelukkiger periode in haar leven gezien worden. Mede door deze vertaalervaring en de persoonlijke sympathie die voortkwam uit mijn samenwerking met de dichter, voelde ik soms sterk het verdriet in haar latere gedichten. Bijvoorbeeld in het gedicht ‘Sectie’ waar een ‘wij’ ‘de dochter’ uit zichzelf weg moeten snijden.1

In onze heupen de heupen
van de dochter, in onze ogen
de wildheid van haar blik.

In our hips, the hips
of our daughter; in our eyes,
the wild look from hers.

Het is een vrij directe vertaling waarin een weergave van de betekenis prevaleert boven een poging om bijvoorbeeld het metrum na te bootsen. Misschien is dat wel een consequentie van de empathie die ik destijds voelde, een onwilligheid om aan de haal te gaan met wat gezegd wordt. Dit terwijl ik wist dat Enquist over het algemeen openstaat voor vertaalingrepen waarbij de vorm gehandhaafd wordt. Het gedicht als geheel is lang niet zo metrisch als de eerste strofe, wat de vertaler in zeker opzicht vrijpleit van al te krampachtige pogingen in die richting, maar toch vermoed ik dat ik terecht of onterecht deze vertaling eenvoudig wilde houden om de beelden en herhalingen ongehinderd hun emotionele werk te laten doen. Wel zie ik verder in de vertaling een sterke ritmische herhaling van de Engelse ‘i’-klank (eyes/wild) en een voor mij bijzondere dichtheid van meer formele abstracte woorden (uit Romaanse talen), die de spanning tussen het treuren en de opdracht om daarmee klinisch om te gaan benadrukken.

What a job: dissecting
out the pelvis, detaching
the eye. The requirements: 

a steady hand, a lucid
mind. Unflinching, we must
cut free the tongue, pry

between sinews and veins
for the pale stalks of
her fingers in our fingers.

Benno Barnards korte gedicht ‘Een kus in Brussel’ heb ik altijd prachtig gevonden als verbeelding van een betreurde, kennelijk ontoelaatbare liefde, en bij het lezen voel ik altijd de strijd tussen het verlangen en de hopeloosheid. Daartoe aangezet misschien door de onmogelijkheid om het binnenrijm in de titel weer te geven (of moest het ‘A Kiss in Istanbul’ worden?), heb ik geprobeerd in het Engels een heel lyrisch gedicht neer te zetten, en bij uitzondering weet ik nog steeds precies waar ik twijfelde, want die twijfel voel ik bij het herlezen iedere keer weer, en iedere keer beslis ik weer dat het zo goed is. Hier de eerste vijf regels2:

Hier staan we te verstijven in een park.
Een kus voorkomt dat men mijn adem ziet,
mijn hand blijft steken in een teer gebaar.
Ik wil je loslaten, maar kan het niet:
mijn vingers zijn de feiten in je haar.

We stand here freezing in our winter coats,
a kiss prevents my breath from showing white,
my hand slows to a halt in mid caress,
I want to let you go, but not tonight –
my fingers in your hair, the evidence.

Ik heb de vijfvoetige jamben behouden en ook het rijm, al heb ik het patroon daarvan aangepast (het rijm op ‘coats’ komt nog), maar na het sterke binnenrijm (breath/caress), komt een heel zwak eindrijm (caress/evidence), dat ook nog valt op een woord dat de laatste voet van de regel alleen fluisterend weergeeft. Technisch gezien lijkt dit een zwaktebod, maar emotioneel was en ben ik ervan overtuigd dat dit het perfecte woord is omdat het een emotioneel keerpunt is waar ‘de feiten’ onder ogen gezien moeten worden. Daarom klopt het voor mij dat het metrum en rijm van de liefde hier haperen. De aandacht wordt in mineur getrokken naar het treurige bewijs. Zoals ik al zei, ik twijfel hier voortdurend over, me afvragend of deze redenering klopt of gewoon een poging is om mijn tekortkoming recht te praten. Boven deze twijfel piept dan steeds weer een stemmetje dat zegt: het is toch mooi zo! Trouwens, dat een dichter als Barnard in de vierde regel het metrum loslaat bij het woord ‘loslaten’ kan ook geen toeval zijn. Ik moet hem een keer vragen hoe dát emotioneel in elkaar zit.

Dat ik in staat ben om na dik twaalf jaar nog te twijfelen over één enkel woord, is een brug naar mijn laatste voorbeeld, dat hopelijk iets zegt over wat misschien de belangrijkste en onontkoombaarste vertalersemoties zijn.

Het openingsgedicht van Mustafa Stitous bundel Tempel‘Op mijn rug torste ik...’, waarin de dichter een droomsituatie beschrijft met een ik-figuur die zijn vader moet begraven, heb ik een jaar of tien geleden vertaald. Het gedicht eindigt met de woorden: ‘en ik, ik zakte door mijn knieën, en met woeste armbewegingen dichtte ik het graf’.

Ik vond het een ontroerend en mooi gedicht, zeker nadat ik het Stitou een keer had horen voordragen. Heel belangrijk vond ik de bevreemde maar rustige, triestige toon, en mede daarom wou ik het einde van het gedicht in het Engels simpel houden, zonder ingewikkelde constructies of werkwoordstijden. Ook leek het mij noodzakelijk om af te sluiten met ‘fill the grave’ of iets vergelijkbaars, terwijl je in een normale Engelse constructie een bijwoordelijke frase zoals met de armbewegingen naar het einde zou schuiven. Uiteindelijk is de vertaling tamelijk vrij geworden: ‘and I, I fell to my knees, threw my arms back and began to fill the grave’. De ‘woestheid’ is hier danig tot bedaren gekomen, en dat ‘dichten’ – wat moet je ermee? Dichten blijft, in al zijn varianten, het vreselijkste woord in de Nederlandstalige poëzie... uit een vertaalperspectief dan.

Een jaar of vier nadat ik het gedicht voor het eerst vertaald had, nam ik deel aan de Brockway Workshop, een tweejaarlijkse workshop voor ervaren poëzievertalers uit het Nederlands, een soort weeklange masterclass zonder docent. In 2013 was Stitou de behandelde dichter, Erik Menkveld en ik waren de moderatoren. Zo’n workshopsetting waarin je zelf de tekst al vertaald hebt en soms ook nog gepubliceerd, vind ik altijd moeilijk. Je zit daar met een groep collega’s oplossingen tegen het licht te houden en jij bent de enige met skin in the game, de enige voor wie het niet vrijblijvend is. Daarbij komt de onvermijdelijke tendens om in een workshop vertaalproblemen op woordniveau los te koppelen van het vertaalde gedicht als geheel… Om kort te gaan, naar mijn gevoel waren de stokken om de vertalende hond te slaan snel gevonden. Dit klinkt enigszins pathetisch maar deze Brockway Workshop viel toevallig in een zeer moeilijke periode voor mij, waarin ik met familie- en andere omstandigheden worstelde, en aan het einde van de week was ik zo goed als ingestort. ‘Zó een gevoelige jongen,’ zei Erik.

Het droomgedicht over de vader in de kist hebben we op een van de laatste dagen besproken en hier ook kreeg ik nogal wat kritiek van sommige collega’s, die meenden dat ik veel te ver was doorgeschoten in de vrijheden die ik mij veroorloofd had, waaronder die relatief rustig geworden armen. Dit maakte in mij de allerbelangrijkste vertalersemoties los: angst en schuldgevoelens, onzekerheid, en de wens om het veilig te spelen en geen risico te nemen, mijn toevlucht te zoeken in de concrete woorden van de schrijver, om koste wat het kost niet door de mand te vallen. Deze emoties waren zo overtuigend dat ik, toen ik kort daarop de kans kreeg mijn vertaling te herzien, het einde veranderde in: ‘and I, I fell to my knees and began, with furious sweeps of my arms, to fill the grave.’3

Ik had buiten de waard gerekend. De dichter, die uitstekend Engels spreekt, vond het maar een Verschlimmbesserung en vroeg of de verandering bij een volgende publicatie kon worden teruggedraaid.4 Wie heeft hier nou gelijk?

 

Noten
1 Het Nederlandse gedicht is onder meer te vinden op de Duitse website Lyrikline. De Engelse vertaling is te vinden op de Britse literaire website The High Window.
2 Het hele gedicht is terug te vinden op Lyrickline samen met vertalingen in vijf talen.
3 Het originele gedicht en aangepaste vertaling zijn te zien op Poetry International Web.
4 De huidige versie van de vertaling is te zien op The Enchanting Verses Literary Review, Dutch Edition.