Gent, 11 oktober 2023
Lieve Eva en Elies,
Een paar weken geleden nam ik hier in Gent, samen met Noorse, Finse, Britse en Vlaamse collega’s, deel aan een workshop in het kader van ‘Memory moves’, een internationaal onderzoeksproject geïnitieerd aan de Universiteit Oslo over de wijzen waarop (beladen) literair vormgegeven herinneringen veranderingen ondergaan doorheen de tijd, worden doorgegeven aan volgende generaties en transformeren via bewerkingen in andere media (films, graphic novels) en via vertaling. Er waren lezingen over Duras en haar oorlogsdagboek en de terugkeer uit het kamp van haar man Robert Antelme waarover Duras opnieuw in La douleur schreef, over ‘Postmemory’ in Maus van Art Spiegelman, over herinneringen van oorlogsmisdadigers (zoals de fictieve Max Aue in Jonathan Littells Les bienveillantes), en ook over het vormgeven van herinneringen aan WO II in de herinneringsplek Fort Breendonk in België en Falstad in Noorwegen.
Met de plannen voor onze briefwisseling ‘La forêt multilingue’ in mijn achterhoofd hield ik een lezing over de brieven van Hélène Cixous en Cécile Wajsbrot in Une autobiographie allemande die, zoals jullie weten, de rol van het Duits in leven en werk van Cixous belichten. Twee Franstalige auteurs in wier werk individuele en collectieve herinnering centraal staan, twee eigenzinnige auteurs die nieuwe wegen in fictie bewandelen. Het is een beetje eenrichtingsverkeer in die correspondentie, want de opzet was vanaf het begin dat Wajsbrot vragen stelde en Cixous antwoordde. Dat doet ze met verve en heel uitgesponnen. Cixous heeft een indrukwekkend oeuvre op haar naam en legt zich de afgelopen twintig jaar steeds meer toe op fictions waarin ze op zoek is naar sporen van haar Duits-Joodse familieleden, de familie Jonas en de familie Klein. Veel sporen leiden naar de Duitse stad Osnabrück, thuisstad van haar moeder en grootmoeder. Die wisten nog op tijd aan de nazi’s te ontsnappen en weken uit naar Algerije (Oran), maar andere familieleden werden gedeporteerd en vermoord.
In de brieven vertelt Cixous dat ze op zoek is naar ‘la réserve de la mémoire et de l’oubli déposée’, het reservoir aan neergeslagen herinnering en vergetelheid. Een reservoir neergeslagen in Stolpersteine, gebouwen, archieven en eigen herinneringen. Dat is heel paradoxaal, vergetelheid kan dus ook ergens ‘neerslaan’, bewaard worden. Une autobiographie allemande gaat voornamelijk over de rol van het Duits (de moedertaal van Cixous’ moeder en grootmoeder), maar Cixous werd in haar jeugd in Oran door nog meer talen omringd.