Tere zielen – vertalen voor jonge lezers    114-124

Onno Kosters

In tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, is het vertalen van kinder- en jeugdliteratuur een van de meest complexe subdisciplines uit het domein literair vertalen. Het genre weerspiegelt vaak de morele en ideologische opvattingen van de wereld van de volwassenen: ‘Volgens de traditionele opvatting over jeugdliteratuur moeten boeken voor kinderen bestaande waarden en verwachtingspatronen bevestigen, zodat jonge lezers zich veilig aan de verhalen kunnen overgeven: de plot moet makkelijk te volgen zijn en er mogen alleen concrete en vertrouwde onderwerpen behandeld worden’ (Nikolajeva 67, geciteerd in Joosen). Maar zoals bijvoorbeeld het werk van Annie Schmidt in het Nederlandse taalgebied bewijst, dat van Roald Dahl in het Engelse en van Astrid Lindgren in het Zweedse, ook verzet tegen de heersende normen is vaak zowel inspiratiebron als thema.

Nauw verwant aan de morele en ideologische kanten zijn de didactische aspecten van kinderliteratuur: kinderen lezen om te leren – niet alleen om te leren lezen, maar ook om de wereld te leren kennen. De wereld zoals de kinderboekauteur deze aan zijn lezers voorhoudt is uiteraard een subjectieve weerspiegeling ervan: ook hier spelen dus morele en ideologische factoren weer een rol.

Didactische, morele en ideologische opvattingen in kinder- en jeugdliteratuur hebben vaak de bijzondere aandacht van lezers en schrijvers. Kinderen moeten immers tot op zekere hoogte beschermd worden tegen onwenselijk geachte invloeden. Veranderende normen kunnen leiden tot aanpassing van de oorspronkelijke teksten. Het werk van Enid Blyton wordt in de Engelssprekende cultuur inmiddels door velen gezien als racistische, seksistische, xenofobe normen bevestigende kinderliteratuur.1 Haar boeken over ‘De vijf’ zijn inmiddels, net als die van Roald Dahl, ontdaan van aanstootgevend geacht vocabulaire.

Lees verder in de papieren Filter