Uit de voortijd    44-49

Hans Hom

Er zijn perioden in het leven die zich, als je erop terugkijkt, als een soort droom- of wondertijd aan je voordoen, waarin dingen die vast leken te liggen opeens losgekomen blijken te zijn en in die vrij zwevende toestand tot ongedachte combinaties voeren.

Zo ongeveer zou je ook die paar maanden in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw kunnen zien die ermee begonnen dat op een late morgen de gedistingeerde Haagse boekhandelaar en uitgever Boucher, zoals altijd in driedelig Engels kostuum, het piepkleine boekwinkeltje waar ik toen werkte binnenstapte en mij, de langharige jonge employé, vroeg of ik ervoor voelde een aantal teksten van de Chinese leider Mao Tse Toeng (indertijd nog zo gespeld) te vertalen, die hij in een bundel wilde uitgeven.

Van het moment zelf herinner ik me alleen blije – of ook wel een beetje bezorgde – verrassing, maar later heb ik me vaak afgevraagd: waarom ik, of, vanuit het tegenovergestelde perspectief, waarom hij? Want het was een zo mogelijk groter wonder dat de deftige, zilvergrijze en zeer Haagse uitgever/boekhandelaar plannen smeedde om de gedachten van de meest linkse van alle linkse communisten te gaan verspreiden dan dat hij daar mij, op vertaalgebied blanker dan blanco, voor uitkoos om die plannen te helpen verwezenlijken. Hier zou het een keer niet onterecht zijn de vraag te stellen: in wat voor tijden leefden wij toen?!

Lees verder in de papieren Filter