Dit was een enorm vertaalproject met bijkomende uitdagingen. Kunnen jullie iets vertellen over jullie samenwerking/verdeling?
We werken sinds jaar en dag op dezelfde manier samen: we verdelen de tekst, meestal in tweeën, maar bij omvangrijke romans als Stalingrad in kleinere stukken, die we dan afwisselend vertalen. Als we allebei een paar hoofdstukken hebben vertaald, redigeren en becommentariëren we elkaars tekst. Omdat er in Stalingrad veel militaire termen voorkomen, legden we samen een terminologielijst aan, met naast elke term de Nederlandse vertaling en de bron. Toen onze vertaling af was, telde de terminologielijst maar liefst 29 bladzijden! Voor elk vakgebied hadden we ook een hulplijn, waaronder een expert in Russische militaire geschiedenis, een metallurg, een fysicus en een Russische native speaker. Voor de hoofdstukken die zich in een kolenmijn afspelen, namen we contact op met het Mijnmuseum in Heerlen. Els kreeg er een exclusieve rondleiding en een van de medewerkers las achteraf ook de mijnhoofdstukken voor ons na.
Op jullie website vinden we research die jullie hebben gedaan voor Stalingrad: ‘Als je ergens over schrijft, wil je weten hoe het eruitziet, klinkt, voelt, liefst ook smaakt en ruikt.’ Waarom was deze uitgebreide research voor jullie belangrijk?
Als vertaler moet je je inleven in de personages, anders klinkt het niet oprecht wat je opschrijft. En het helpt als je dat met zoveel mogelijk zintuigen probeert te doen. Liedjes roepen bijvoorbeeld een bepaalde stemming op, en die stemming kan je leiden naar de juiste woordkeus. Daarnaast maken beelden een ingewikkeld concept vaak sneller en beter duidelijk dan de omschrijving zelf. En ook nieuwsgierigheid en onwetendheid spelen mee: als het personage Strum helemaal lyrisch wordt over de massaspectrometer, wil je ook weten hoe zo’n ding eruitziet. Op dezelfde manier moesten we bekend raken met realia als schaarkijkers, sperballonnen, teploesjka’s en ketelruimtes. Verder krijgen de geluiden veel aandacht in het boek. Je moet wel een beetje het onderscheid kennen tussen het gehuil van een Stuka en het geronk van een Junkers, anders wordt het voor de lezer allemaal één pot nat.
Jullie zijn afgeweken van de vraag van de uitgever om de vertaling te baseren op de Engelse editie en hebben eerst zelf een brontekst samengesteld op basis van alle bestaande versies. Hoe zijn jullie tot dit besluit gekomen?
De uitgever had inderdaad gevraagd of we de Engelse editie van Robert Chandler als leidraad konden nemen. Maar we gaan natuurlijk geen Grossman uit het Engels vertalen. Het was dus nodig om eerst de brontekst bij elkaar te puzzelen op basis van de Engelse vertaling, een zwaar gecensureerde Russische editie en een handvol typoscripten. Tot zover zijn we niet afgeweken van de vraag van de uitgever. Maar al snel bleek dat Chandler niet altijd aangaf wanneer hij een fragment uit een typoscript had gehaald. Daarbij vertaalde hij heel vrij, waardoor het moeilijk te zien was op welke versie hij zich baseerde. Ook waren er veel inconsequenties in de tekst. Chandler kon die gladstrijken door zijn manier van vertalen, maar wij wilden dichter bij Grossman blijven. We hebben daarom veel in de typoscripten gespeurd naar missing links en stuitten daarbij op levendige details of passages die we de lezer evenmin wilden onthouden.