Van het ene op het andere moment kun je gecharmeerd raken van woorden en ineens zien hoe ze in elkaar zitten: zo ongeveer begon mijn nieuwjaarscolumn twee jaar geleden. Tot woord van dat jaar werd toen appongeluk gebombardeerd: de tijd heelt alle wonden, want waar is het gebleven? Ik hoorde er ook pas van op het moment van de bombardering en zocht de schuld bij mijzelf: ik moest het hele jaar lang behoorlijk afwezig zijn geweest. 2017 was het jaar waarin de landbouwbedrijven van tal van Srilankese boeren ten onder gingen door een minuscuul beestje met de fraaie naam khaprakever – net als appongeluk een woord dat uitnodigt tot klemtoonexperimenten. Taal is een wonderlijke materie die zich vernieuwt maar waar je ook in kunt verdwalen. Er valt ook mee te kleien – met de wijsvinger die op de smartphone tikt, met de metafoor van de inkt die die vinger blauw heeft gekleurd omdat je vulpen lekte. Lang geleden, zo’n vulpen. Naar verluidt hebben we net een decennium van verapping en verphoning achter de rug. En van de weersomstuit blijkt boomer het woord van het afgelopen jaar. Uitprobeersel twee, als het klemtoonexperiment mislukt: spreek de woorden uit alsof ze uit de mond komen van die ene Nederlander of Vlaming die nog nooit Engels heeft horen spreken.
(foto: J.E. van Kersbergen)
Mijn traditionele nieuwjaarswandeling heb ik achter de rug. Verfrissende mist dit keer. Sneeuw ruimen hoefde niet, de natuur was weldadig; wel was er op sommige plaatsen, terugkerend in de rafelranden van de stad, zeer de behoefte aan een bezem om de vuurwerkresten op te vegen. Mezelf abstraherend en mijn taalmissie indachtig veegde ik vervolgens maar wat aantekeningen bij elkaar die ik sinds mijn eigen verphoning op het apparaatje noteerde. Zo kwam ik bij de kaphrakever, een beestje dat veel schade toebrengt aan graanvoorraden, aanvankelijk in tropische en subtropische landen, maar het insect kruipt intussen ook bij ons rond. Hij staat hoog op de lijst van de invasieve kevers, maar heeft in 2019 concurrentie gekregen van de coleoptera cannabisiensis: de wietkever. Best wel een ding dus en een woord dat de twintigtwintiger jaren zal doorstaan – denk je in eerste instantie. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen gooide er een persbericht tegenaan met deze zinnen: ‘Opbrengstverliezen tot 70% zijn niet uitgesloten, indien de kever in uw plantage wordt aangetroffen. De Bond van Illegale Wietkwekerijen (BIW) heeft inmiddels opgeroepen tot overheidsingrijpen om de kever het hoofd te bieden.’ Bleek een geslaagde 1 aprilgrap te zijn. Toch kun je bij het KAD een cursus Invasieve Exoten volgen – en die over de eikenprocessierups was behoorlijk volgeboekt.
Wat trok er zo onze taal binnen afgelopen jaar? Moeilijk te zeggen en ook een kwestie van leeftijd en algoritme. Ik bedoel: waar boomers uit beleefdheid bepaalde zaken ‘interessant’ vinden of ‘bijzonder’, noemen millennials die al heel snel ‘grappig’ en ‘bi-zar’. Bij grappig kijk ik steevast fronsend op, vooral omdat het zowel instemming kan inhouden als aangeven hoe onbelangrijk iets gevonden wordt. Net als interessant dus. Wat grappig is en interessant wordt gevonden wordt vervolgens in de sociale media vertaald in reacties, aanbevelingen en reclames, inclusief de opdeling van de mensheid die daarvan het gevolg is. Dat zorgde er bij mij ook voor dat het woord herres volslagen aan mij voorbij was gegaan, zelfs in de rap waarin Ajax bezongen wordt.
Beluister hem en vraag je af of dat niet vertaald moet worden – je hoort wel voetballersnamen, maar die blijken toch vooral taalmateriaal te zijn. Taal is een wonderlijke materie die zich vernieuwt maar waar je ook in kunt verdwalen. Mijn grootste verbazing was dit: herres is een gewoon Nederlands woord.1 Straattaal voor chaos, escalatie, rellen. Het straattaalwoordenboek (straattaalwoordenboek.nl) geeft als definitie ook ‘rwina’, wat hetzelfde betekent maar blijkbaar dan in andere buurten en straten. Op een nieuwjaarswandeling word je filosofisch en uit je je grootste zorg: op den duur zitten we allemaal in eigen algoritmische leefgemeenschappen en word je bestookt met werving en bediend met informatie en nieuwsfeiten die alleen voor jou en de jouwen interessant en grappig zijn. Dat zei ik zomaar. Mijn wandelgezelschap schamperde en verloste me uit mijn aan mezelf verschuldigde onmondigheid: wake up, bro, dat is al heel lang het geval.
O gij vertalers, o wij vertalers – hoe snel gaat taal toch, hoe moeten we dat allemaal bijhouden. We moeten drastisch verjongen, nog drastischer dan we al dachten. Ik geef een voorbeeld uit mijn dagelijkse praktijk. Ik stuitte op het woord Streichelwurst en wist er niets mee aan te vangen. Misschien was het gewoon een regionale variant op Streichwurst, doodgewone smeerworst voor zover ik weet. Je tikt het in, eerst weet Google dan beter wat je aan het zoeken bent (‘bedoelde je Streichwurst?’, ‘probeer andere zoektermen’), maar je bent even volhardend als welke invasieve kever ook en begint aan een online nieuwjaarswandeling. Via Streichelwurst kom je terecht op letsgetfreaky.de, een site voor prokastrinatie2 & autisme3 waarop het wemelt van Duitse woorden waar je nooit van gehoord hebt (en ‘je’ is dan de algoritmegroep waartoe je behoort). We beperken ons tot Streichelwurst, in geval van nood letterlijk te vertalen met aaiworst. Het blijkt om een online tijdschrift te gaan dat zich zo noemt: ‘Zeitschrift-Kunst mit Plüschwulst’ (tijdschrift-kunst met pluche zwelling – vertaling ohne Gewähr). Bekijk https://streichelwurstmagazin.blogspot.com maar eigenhandig en verbaas je. Komt rechtstreeks uit het hippe Berlin Mitte, bestaat sinds 2010, verwijst naar heel wat galeries en een enkele dichter, en: ‘ondersteunt de vraag, ondersteunt de geleidelijke productie, ondersteunt de domheid, ondersteunt de humor, de bouw van een helm: “een helm voor de melancholie”, ondersteunt de transfer en de timing’. Ik geloof niet dat er een feillozere definitie is van de noden van onze tijd dan dit – of het moest de grappige herres zijn waar we nog wel even mee opgescheept blijven zitten. Gelukkig nieuwjaar, lieve Filter-lezers.
Noten
1 Het ging in december 2019 viraal door een youtube-video van de veertienjarige Kyan. Hij zei iets wat veel mensen heel grappig vonden, schreef men: ‘Ja, altijd herres, altijd. Er wordt altijd gevochten wanneer ik een broodje aan het eten ben’:
2 Procrastinatie is het uitstellen van dingen waarvan je weet dat je ze eigenlijk zou moeten doen, ook al weet je dat het tot stress of problemen kan leiden.
3 Kenmerken van autisme zijn: heftiger ervaren wat je hoort, ziet, ruikt, proeft en voelt; moeite met veranderingen – ik besef de actualiteit van de website letsgetfreaky.de, die feilloos de vingers legt op de wonden van deze tijd.
Reageren? info@tijdschrift-filter.nl.